maandag 21 juni 2010

Analyses van de gebouwen



Openluchtscholen bestonden in Nederland vanaf 1908. Ze waren aanvankelijk alleen bestemd voor ziekelijke kinderen. De scholen werden gebouwd in een natuurlijke omgeving, waar de kinderen in combinatie met goede voeding en hygiënische omstandigheden konden aansterken en tegelijk onderwijs ontvangen. Dergelijke scholen verrezen ook in Amsterdam, aan het Oosterpark (1931) en bij het Vondelpark (Frederikstraat, 1925).

In 1927 werd de ‘Vereeniging van Openluchtscholen voor het Gezonde Kind’ opgericht die van de openluchtschool een algemeen schooltype wilde maken, en niet alleen voor ziekelijke kinderen. Volgens de nieuwe opvattingen ging van de openluchtscholen ook een preventieve werking uit omdat kinderen door voldoende frisse lucht en de ultraviolette straling van de zon minder vatbaar voor allerlei ziektes zouden worden. Bovendien zou het onderwijs in de openlucht bevorderlijk zijn voor de leerprestaties.

Spoedig na haar oprichting verleende de vereniging aan Duiker, in samenwerking met de architect B. Bijvoet, de opdracht voor de bouw van een openluchtschool voor het gezonde kind. De school moest een voorbeeldfunctie vervullen voor een nieuw soort schoolgebouw dat op den duur algemene ingang zou kunnen vinden. De nieuwe Openluchtschool distantieerde zich daarom nadrukkelijk van het beeld dat openluchtscholen alleen voor zieke of zwakke kinderen geschikt waren. Bij toelating tot de school moesten de ouders zelfs een doktersverklaring van de goede gezondheid van hun kind overhandigen.

In het ontwerp zijn tegelijk de idealen van de openluchtschoolbeweging verwerkt die destijds grote opgang maakte. Het resultaat was een luchtig, elegant gebouw met een ranke betonconstructie en bijna geheel uit glas bestaande wanden.

Het gebouw is in het midden van een bouwblok gesitueerd omdat de grond aan de straat een stuk duurder is en het gebouw op deze locatie het best beschermd is tegen de wind en het meer veiligheid met zich meebrengt. Later wordt er bij de weg naar de school nog een poortgebouw toegevoegd voor een betere doorstroming van en naar de school.

In het gebouw staan drie begrippen centraal namelijk: licht, lucht en ruimte. Deze begrippen zijn ook kenmerkend voor het modernisme en het nieuwe bouwen. De betonnen kolommen staan niet op de hoeken maar in het midden van de kwadrantzijden. De hoeken zijn vrij en dit versterkt het open karakter!

Het gebouw is gebaseerd op de drie begrippen en een diagonale klassen opstelling. De wand waar het schoolbord geplaatst werd, mocht in die tijd geen gevelopeningen bevatten. Echter werd de enige dichte wand in beslag genomen door de toegangswegen. Hierdoor werd de werkwand in het noorden geplaatst, zodat er een minieme hoeveelheid licht verloren ging. De opstelling van de banken kwam hierdoor diagonaal in het vierkante lokaal te staan.

Het gebouw is opgebouwd uit een herhaling van verdiepingen waarin zich steeds twee (binnen) leslokalen bevinden en een buitenlokaal. Alleen de begane grond is hier afwijkend van. Op de begane grond bevind zich een personeelsruimte, een extra klaslokaal en buitenklas, een leermiddelenberging en een gymzaal. Deze gymzaal met zijn kleedruimtes ligt op een lager peil dan de rest van de begane grond. Dit in verband met de hoogte die de sportmaterialen (denkende aan bijvoorbeeld klimrekken) in de gymzaal nodig hebben. Op het dakterras bevinden zich twee extra buitenlokalen.

De klaslokalen (zowel binnen als buiten) staan altijd in vier zijde in contact met licht en lucht. De enige wand die dat niet staat is de werkwand waar het schoolbord zich op bevind. Aan de andere kant van deze wand bevind zich de centrale hal naar het trappenhuis, het andere lokaal en het buitenlokaal. Tevens is in deze wand de leidingschacht verwerkt. Aan de "hal" kant van deze wand zijn kapstokken ontworpen door Dhr. Duiker. Het zijn kapstokhaken die gelast zijn aan de verwarmingsbuizen. Wederom een functionele oplossing die geen extra ruimte in beslag neemt!

Bij het sanatorium "Zonnestraal" is de symmetrie terug te vinden in de situatie, terwijl de symmetrie bij de openluchtschool te vinden is in de plattegronden van de verdiepingen.

Nadat wij de analyse van de openluchtschool en het sanatorium naast elkaar hadden gelegd, kwamen wij op de volgende conclusies over het werk van Dhr. Duiker:

- Hij haalt buiten naar binnen en laat het gebouw centraal staan in zijn omgeving

- Hij creëert ruimte door te spelen met de kolommen structuren

- Hij creëert veel open gevels en daardoor kan er veel buitenlicht naar binnen vallen

- De constructie van zijn gebouwen is zeer zichtbaar vanaf buiten en vanaf binnen

- Hij werkt veel met overstekken

- De gebouwen staan met alle zijde in contact met licht, lucht en de ruimte


Sonnatorium Zonnestraal













Het gebouw van Jan duiker, zonnestraal is gemaakt als een gebouw voor mensen om te herstellen.

Het hele gebouw is gemaakt van beton en glas, wat een groot kenmerk is van het modernisme.